Charles

Klik op een foto voor de vergroting

Heerlerheide

Een vage herinnering heb ik aan de opheffing van de boekhandel van pap. Of was het vanwege een verhuizing? Ik zie bij het raam of erker (?) enkele stapels langwerpige prentenboeken op de grond liggen.

Diepe indruk heeft een begrafenis - en vooral de koffietafel daarna - op me gemaakt. De gezellige drukte van al die mensen die elkaar veel te vertellen hadden. Ik heb toen voor het eerst zwarte pruimenvlaai gegeten. Tot op de dag van vandaag is dat mijn favoriet.

Hiernaast zit ik naast mijn grote broer Jo en grote zus Toos. Geen idee waar de foto gemaakt is.

Achter de Haesen

Vanaf Heerlen verhuisden we naar de Sleinadastraat, Achter de Haesen in Schaesberg. We woonden daar in een onmogelijk kleine duplexwoning, met beneden een kinderloos stel. Hieronder een foto van de Sleinadastraat. Het zou best het hoekhuis rechts kunnen zijn geweest. Die moeten af en toe afgezien hebben. Er waren natuurlijk onvoldoende slaapkamers, dus deelde je die met een broer.

Van de eerste klas op de Sint Josefschool herinner ik me, dat we voor een cent een zegeltje kochten en dat plakte je in een spaarboekje.

In de tweede klas hadden we een erg vervelende meester, meester Prik. Die kon zo in het boek De Reuzenperzik naast tante Spons en tante Spijker figureren. Als je in de rij naar de klas je mond opendeed, sloeg hij met een sleutel op je hoofd.

In de buurt was een zandafgraving, waar we heerlijk konden spelen. Daar in de buurt "woonde" ook een zwerver, de "sjpirituszoeper".

Bij een spelletje - in de afgraving - van een talud springen ben ik met mijn hoofd op een kinderkopje (!) gevallen. Het bloedde natuurlijk als een rund. Met een luier op de wond ben ik met mam naar de huisarts gelopen.

Rapport 1e (Sint Jozefschool Schaesberg) en 6e klas (Barbaraschool de Kakert).

Naar de Kakert

In de Kakert kwamen we te wonen aan de Margrietstraat, waar ook de Barbarakerk aan lag. Ons huis op nr. 17 lag wat hoger en je moest er met een paar trappen omhoog. Ik ging in de Kakert naar klas 2 van de jongensschool.

Je kon daar in de winter fantastisch sleeën, tot de kerk aan toe. In onze straat stond toen nog geen enkele auto, dus er werd volop landje veroveren, stand in de mand enz. gespeeld.

Carnaval werd nier erg uitbundig gevierd in ons gezin. Ik kan me wel nog herinneren, dat we als Chineesjes met mam en Jo naar de optocht in Schaesberg gingen kijken. Het gezin was toen al bijna compleet. Peter is hier de kleinste Chinees.

Achter de kerk lag het patronaat. Daar gingen we op een gegeven moment op zondagmiddag kijken naar films. Ik kan me herinneren, dat vrijwel elke keer de film wel een keer brak. Ook vervolgdelen van series kregen we zelden allemaal te zien. Dat was bijvoorbeeld een science fictionfilm, waarvan ik de afloop nooit gezien heb.

In het patronaat heb ik ook enkele keren met school een musical gespeeld, al heette dat toen nog niet zo. Ik kan me "Repelsteeltje" en "De pastoor die had een koe" nog goed herinneren. Daar heb ik vast mijn latere liefde voor toneel opgedaan.

Op de lagere school werd ik af en toe gepest door jongens van "de oude Kakert". Ik kan me herinneren, dat ik een keer "voor mijn leven" gerend heb vanaf de school tot aan de frituur van Mathieu. Daar gaven mijn achtervolgers het op, want dat moesten ze toegeven, ik kon hard rennen.

Ik had een goede vriend, Jozef Janiszak, de zoon van de koster. Met hem ben ik in heel wat kerkdiensten misdienaar geweest. Met begrafenis- en huwelijksmissen kregen we vrij van school en van de bruidsparen vaak een fooi.

De rituelen van de kerk kan ik me nog heel goed herinneren: de Sacraments-processie, dwars door de Kakert, de wijding van de gewassen en de Christoforuszegen voor het handjevol auto's, dat toen in de Kakert rondreed. In de meimaand trokken we om 7 uur in processie door de velden naar het Leenderkapelletje, waar de mis werd gelezen.

Vanuit de Kakert gingen we geregeld met mam te voet naar oma in Heerlerheide. Voorbij Palemig had je een steile weg naar Heksenberg. Die weg is inmiddels door de zandafgraving verdwenen. Later gingen we met de fiets, mijn eerste was een doortrapper, zonder remmen. Het was een soort initiatieritueel, als je helemaal omhoog kon fietsen. Met die doortrapper ging ik op de terugweg ook naar beneden: bepaald een riskante onderneming.

Onderweg gingen we soms langs bij ome Wim en tante Dina (ome pap en tante mam) en bij tante Toos.

Lagere school in de Kakert

Als kruisdrager in de Sacramentsprocessie. Links Jos en rechts Jozef Janiscak.

Mam in de tuin, grenzend aan het voetbalveld van Kakertse Boys.

Links boven: sacramentsprocessie in "de oude Kakert".

Volgens mij was dit in Repelsteeltje. Ik ben hier tweede van rechts

Pontificaal vooraan naast Jozef bij "Een oud pastoor die had een koe"".

Achter ons huis lag het voetbalveld van de Kakertse Boys. Vooral aan het bijveld, zowat grenzend aan onze achtertuin, heb ik veel herinneringen: de honderden meikevers die in het voorjaar op de doellatten neerstreken, de festivals in de grote tent met de limbo rock. En natuurlijk voetbal. Dit A-elftal was aardig succesvol. Ik (tweede van links) speelde linksbuiten. Jos (eerste rij, tweede van rechts) speelde voorin.

Men zei wel eens, dat ik in mijn rushes als linksbuiten "ut graas leet sjnirke". Het moet voor de toeschouwers hilarisch zijn geweest, dat dan wel eens mijn klokkenspel uit het binnenbroekje zakte.

Het grootste succes hadden we een keer in de beker-competitie. We haalden de finale, maar waren tegen het Maastrichtse A-elftal natuurlijk kansloos.

Misschien kan iemand me helpen met de overige namen op de foto. De koppen herken ik nog wel, de namen ben ik kwijt.

In mijn jeugd heb ik geweldige "speeltuinen" meegemaakt. Een van de mooiste was de Brussummerheide met ven "het "koffiepoeltje", de zandverstuivingen en de Rode Beek. Tijdens de schoolvakanties gingen we daar vanaf de Kakert door de bossen met de holle weg en Heihof geregeld de hele dag spelen. Salamanders vangen en je verbazen over het staartloze beest, als de poging mislukte, en de hazelworm.

Het is ook nu nog een geliefd speelparadijs.

Ook gingen we wel naar de speeltuin Hitjesvijver.

Een andere "speeltuin" was de boerderij van Crutzen. Zwieren aan de touwen in de schuren, hutten bouwen met de strobalen, kijken hoelang het ijs op de mestvaalt het hield (te kort).

En tenslotte kasteel Schaesberg natuurlijk. In onze jeugd zag het er gedeeltelijk nog zo uit als op deze foto uit 1930. Koelköpkes vangen in de slotgracht of wat daar van over is.

Toen ik uit de Kakert vertrok was het al vervallen tot een ruïne.

Gelukkig is men nu het kasteel aan het renoveren. Wekloze jongeren krijgen er een opleiding, onder leiding van vaklui, die nog allerlei oude technieken kennen. We zijn er recent nog tijdens het culturele uitje geweest.

Over het kasteel en de renovatie is een mooie website gemaakt:

Dat spelen liep wel eens uit op kattenkwaad. Zo zijn we eens in de buurt van de "kolonie" op een gammel schuurtje in een weiland geklommen. De paar dakpannen die er nog oplagen hebben we met groot plezier laten stukvallen op het betonnen vloertje. Thuis gekomen verging dat plezier al snel. De grootste boefjes uit de Kakert hadden ons "aangeschiete" bij de politie. De reprimande kwam minstens zo hard binnen als de afstraffingen van pap, met de mattenklopper.

We gingen ook wel in de naburige velden "eerpel zuumere". Als de boer de aardappel machinaal gerooid had, mocht je de achtergebleven piepers uitgraven. Dat was een mooi begin voor onze wintervoorraad. Het resultaat was veel sneller bereikt, als je enkele struiken van het naastgelegen, nog niet gerooide veld onder handen nam. We werden hierbij betrapt door de politie. Wij konden rennend ontsnappen, maar Jos was de klos.

Tijdschriften bezorgen

Pap had een agentschap van de Spaarnestad, Haarlem met o.a. de Panorama, de KI, Libelle en Margriet en de Sjors en Sjimmie. Die tijdschriften arriveerden in grote pakken met een draad er omheen. Die knipten we dan los en gingen achter elkaar op de trap zitten lezen. Tegen Sinterklaas werden die pakken ook in proefdrukken verpakt, bijv. voor het Sinterklaasboek van Sors en Sjimmie. Wij verknipten die vellen en probeerden het boek compleet te krijgen: nooit gelukt.

We moesten helpen de tijdschriften rond te brengen en gingen dan achterop de Berini M21 naar Palemig, de kolonie de Voort en de oude en nieuwe Kakert. Daarnaast hadden Jos en ik een eigen, afgelegen plek waar we moesten bezorgen. Ik in Heihof en bovenaan de Kakertsweg. Ik weet nog goed, dat de holle weg naar Heihof helemaal dicht gesneeuwd was. Ik ging met de tijdschriften op de slee op pad en zakte daar telkens diep weg. Hiernaast pap in de holle weg in 1962.

Ook moesten we af en toe geld ophalen, want pap had nogal wat klanten "op de pof". Dan verdween wel eens wat kleingeld in de verkeerde zakken.

Na de lagere school ging ik in Schaesberg naar de Mulo. Meer daarover op de pagina Mulo en Kweekschool.



Maak jouw eigen website met JouwWeb